Home | Contact | Mijn account

Veelgestelde wijnvragen

Wijnvragen zijn er genoeg, dus hebben wij de veelgestelde wijnvragen hieronder vermeld.

Hoe wordt wijn gemaakt?
Zijn wijnen gezond?
Wat is voedselovergevoeligheid voor sulfiet?
Wat is vruchtenwijn?
Wat is sake?
Wat zijn de valkuilen van kurk?
Wat drink ik bij het eten?
Welke wijnglazen kan ik het beste kopen?
Mag wijn in een waterglas?
Is er een wijnetiquette?
Hoe kan ik een wijnvoorraad aanleggen?
Heeft u tips voor een wijncollectie thuis?
Wat staat er op een wijnetiket?
Wanneer kan ik een wijn drinken?
Hoe belangrijk zijn oogstjaren?
Heeft u informatie over oogstjaren?
Hoeveel wijn mag ik meenemen van vakantie?
Hoeveel invoerheffing moet ik betalen?
Wat is het verschil tussen een vinoloog en een oenoloog?
Wat is een sommelier?


Antwoorden

Hoe wordt wijn gemaakt?

Wijn is een levende materie. Hij wordt geboren, kan een kneusje zijn of een briljante geest in zijn latere jaren, maar in alle gevallen lééft hij, ook, júist in de fles. Omdat de wijn in de fles leeft, mag er wel een beetje mee gesold worden, maar niet te veel. Je laat de melk ook niet expres buiten de koelkast staan. Ook al is een fles nog zo goed afgesloten, in die fles gebeurt veel. Hoe complexer de wijn, des te meer er daar binnenin omgaat. Het is er één groot organisch ballet!

Hoe wordt rode wijn gemaakt?
Rode wijn wordt gemaakt door rijpe, gezonde druiven te oogsten, in een speciaal apparaat te kneuzen en dan te laten gisten en weken met schillen en pitten. Na het kneuzen worden de druiven eerst machinaal ontsteeld, want in de steeltjes zit heel veel tannine (looizuur), dat wijn wrang maakt. Als de druiven van een uitzonderlijk goed jaar zijn en veel smaakstoffen en suikers hebben en het druivenras het kan hebben, dan worden soms wat steeltjes bij de wekende, gistende massa gedaan. Zo’n wijn kan langer bewaard worden.

Vanaf het moment dat de most (het druivensap) met de schillen en pitten gaat gisten, begint het leven van de wijn. De wijnmaker voegt meestal eigen gistcellen aan de most toe, omdat de natuurlijke gistcellen die op de druivenschillen zitten soms ‘wilde’ gistcellen bevatten. Zij kunnen het gistingsproces kunnen verstoren. Biologische en biodynamische wijnmakers proberen zoveel mogelijk met de eigen gistcellen van de druif te werken of met een soort gistcellen die eigen is aan de omgeving waar de druif groeit, voor een authentiekere smaak. De gisting start als de most zo’n veertien graden warm is; bij een graad of vijfendertig, gaan de gistcellen vanzelf dood. Bij rode wijn verloopt de gisting normaal gesproken in zes tot veertien dagen, omdat dan het maximale alcoholgehalte is bereikt. De gistcellen eten de suikers op en zetten deze met behulp van zuurstof om in alcohol, maar meer dan veertien tot vijftien procent kunnen gistcellen niet hebben, dan sterven ze af en zakken naar de bodem. Twee factoren bepalen dus het leven van de gistcel: de temperatuur en het alcoholgehalte. Wijn ontstaat door een balans tussen die elementen.

Voor een goede extractie van kleur en smaakstoffen is een temperatuur tussen de achtentwintig en drieëndertig graden nodig – op dat moment is de wijn-in-wording in een kritieke fase, want door warmte bijna aan het sterfteplafond van de gistcel. De wijnmaker blijft soms gedurende de nacht in de kelder om de temperatuur te controleren.

Vroeger werden de houten vaten wijn met koud water nat gespoten om de temperatuur te verlagen. Tegenwoordig gebeurt dat allemaal in vaten waarin kleine buisjes zitten geïmplanteerd, die koud water langs de binnenkant van het vat laten circuleren, geheel computer gestuurd. Toch zal geen serieuze wijnmaker rustig slapen als de rode wijn in de kritieke fase is.

Na de gisting blijft de wijn, afhankelijk van zijn kwaliteit en het druivenras, nog een tijdje weken op de lie, de massa schillen en pitten, (macereren). De vaste massa wordt regelmatig door de vloeistof heen geduwd om nog meer kleur te extraheren. Na maximaal drie weken is de rode wijn klaar, tenminste – dan is hij geboren. Om te bekomen van de ingrijpende chemische processen van de afgelopen weken mag de jonge wijn een beetje uitrusten. Voor wijnen die niet verder op houten barriques (vaten van 224 liter) rijpen, is dat een rustperiode van circa een half jaar op stalen vaten. Ze zijn dan natuurlijk ontdaan van hun schillen en pitten. De wijnen die houtrijping ondergaan, worden overgeheveld op de barriques of foeders (vaten van 600 tot 1200 liter). Daar brengen ze hun jeugd door, variërend van acht tot vierentwintig maanden. De barriquewijnen worden regelmatig overgestoken op schone vaten om restjes bezinksel te verwijderen en de wijn helder te maken – hiervoor ondergaan ze vlak voor het op fles brengen ook nog een extra klaring en/of filtering.

De meeste wijnen – tachtig tot negentig procent van de totale wereldproductie - worden gebotteld als ze ‘klaar’ zijn. Dit is op noordelijk halfrond in april of mei van het jaar na de oogst en op het zuidelijk halfrond een halfjaar eerder: ze zijn snel volwassen geworden en kunnen nog een paar jaar na hun geboortejaar goed gezelschap voor ons zijn. Het kleine percentage wijn dat in houten vaten heeft gerijpt, kunnen we dan al kopen of bestellen, maar moet in onze kelders of die van de importeur nog volwassen worden. Drinken we hem immers te vroeg, dan spartelt hij nog wel eens tegen, omdat hij nog niet ‘klaar’ is: zijn tannines, zuren, extractstoffen en alcohol zijn nog niet in balans. Drinken we hem echter te laat – wat helaas nog te vaak gebeurt – dan hebben we grote kans een overjarige wijn in het glas te krijgen, met bijbehorende kwaaltjes zoals verzuring, verlies aan souplesse en algehele verzwakking van het gestel.

En witte wijn?
Witte wijn ondergaat voor een deel dezelfde bewerkingen als rode wijn, in de eerste plaats natuurlijk de alcoholische gisting. Het grote verschil met rode wijn zit hem in het feit dat er voornamelijk witte druivenrassen worden gebruikt en dat de rode rassen ook direct geperst worden, zodat de schil geen kleurstof kan afgeven. De gisting vindt plaats zonder schillen of pitten. Hoewel er geen of nauwelijks kleurstoffen in witte druiven zitten, worden ze toch direct bij de kneuzing en ontsteling geperst en gescheiden van het sap. Het sap komt hierna tot rust en wordt vaak voor een betere klaring van de most gekoeld tot zo’n vier graden. Dan slaan de microscopisch kleine organische deeltjes die na de persing zijn blijven zitten neer en wordt de most helder. Er is dan natuurlijk helemaal geen sprake meer van natuurlijke gistcellen en er worden dus bij witte wijn altijd gistcellen van buitenaf toegevoegd.

Na de alcoholische gisting hoeft de wijn niet te weken, want er is geen sprake van extractie uit schillen of pitten. Witte wijnen krijgen wel, net als rode, de tijd om tot zichzelf te komen van de turbulente gistingstijd. Wijnen die gemaakt worden om snel te drinken en gebaat zijn bij een frisse smaak, worden na de alcoholische gisting en de rusttijd op stalen vaten direct gebotteld. Wijnen met meer smaakvolume – vooral die afkomstig van de chardonnay-druif – ondergaan nog een melkzure of malolactische gisting. De scherp-frisse appelzuren worden dan bij een gecontroleerde temperatuur omgezet in zachtere melkzuren. Dit zijn ook meestal de wijnen die, in combinatie met deze gisting, op hout narijpen.

De meeste witte wijnen worden in februari/maart gebotteld, op het zuidelijk halfrond in augustus, nadat ze gerust hebben in stalen vaten op een temperatuur van rond de acht graden.

Een aantal van de bekendste druivenrassen, zoals chardonnay, sémillon en soms sauvignon blanc (vaak in de klassieke witte wijnen uit de Médoc en de Pessac-Léognan en Graves, in combinatie met sémillon), wordt smaakrijker door een opvoeding op hout, soms apart, meestal in een blend. Minder intensief dan rode wijn, want witte wijnen hebben een lichtere smaakstructuur door het ontbreken van tannines. Er zijn echter ook wijnen die helemaal geen houtrijping nodig hebben om een erg mooie geur en smaak te hebben, zoals die van de rassen riesling, chenin, pinot gris, melon (de druif voor Muscadet) en – vaak - sauvignon blanc. Deze wijnen worden daarom vaak alleen in stalen vaten bewaard; sommige, vooral rieslingwijnen, gaan vervolgens in foeders voor een rijping van soms wel twaalf tot achttien maanden. Een foeder geeft geen houtsmaak meer af, maar zorgt voor een uiterst subtiele ontwikkeling van de wijn door een heel langzame wisselwerking tussen wijn en zuurstof, die door microscopisch kleine scheurtjes of gaatjes in het hout binnendringt en inwerkt op de enorme hoeveelheid wijn. Deze wijnen zijn door hun eigen karakter minstens even complex van smaak als de op barriques gerijpte witte wijnen.
Zijn wijnen gezond?

Met die vraag hoefde je vroeger niet op het spreekuur te komen. In het zuiden zou de dokter zeggen ' zoveul as ge blieft, mijnheer' en boven de rivieren ' matig, mijnheer, matig, eigenlijk alleen op zondag'.

Maar deze artsen zouden nooit met die vraag worden geconfronteerd, want wij dachten niet aan wijn in samenhang met onze gezondheid. Een borreltje, een biertje, een wijntje met Kerstmis, dat was het wel zo'n beetje. Toen de wijnconsumptie toenam, werd het borreltje vaker vervangen door een glas wijn, maar nog steeds was dat geen reden om naar de dokter te gaan, tenzij de lever aangetast raakte.

De 'French Paradox'
Terwijl wij onbekommerd van onze glaasjes wijn genoten, zat in het Amerika van de jaren tachtig een aantal zorgelijke artsen over hun microscopen en statistieken gebogen. In Amerika was sinds de jaren zeventig de wijnconsumptie zo enorm toegenomen, dat men zich van staatswege zorgen maakte over de nationale gezondheid.

Bij hun onderzoek namen de artsen ook 's werelds grootste wijn consumerend land, Frankrijk, onder de loep. Wat bleek? Het ging allemaal uitstekend daar in Frankrijk. Niets geen lallende politieagenten, onverantwoorde moeders met onverzorgde kinderen. Het resultaat van het Amerikaanse onderzoek was dan ook de sindsdien beroemde French Paradox, de tegenstelling dat de gemiddelde Fransman bij veel drinken (bijna een fles per dag) niet vroegtijdig dood ging aan een hartziekte of een verkruimelde lever, maar in tegendeel in een uitstekend humeur en met een gezond hart op een normale leeftijd. Misschien vonden die dokters in Amerika dat wel jammer, omdat ze liever heel streng tegen hun landgenoten hadden gezegd 'gij zult niet drinken!' Iets van hun strengheid vinden we in ieder geval terug op alle waarschuwingen tegen dronkenschap en enge ziekten op elk Amerikaans wijnetiket.

Mits met mate:
Gelukkig presenteerden de artsen aan het begin van de jaren negentig hun rapport in alle eerlijkheid. Wat bleek: vooral rode wijn kan, met mate gedronken, gezond zijn voor de mens. Sindsdien heeft men nog meer gunstige effecten van wijn op het menselijk lichaam ontdekt en is men met veel zorg bezig nog nieuwe “wonderen” te bewijzen (zoals het gunstige effect op de ziekte van Alzheimer). Duitsland kwam niet lang daarna met zijn eigen onderzoeksresultaten, waaruit bleek dat witte wijn ook heel goed voor de gezondheid is. Over de hoeveelheid die wij mogen drinken zijn de meeste medische instanties het wel eens: maximaal drie glazen per dag (een halve fles wijn) en liever niet elke dag of eenentwintig glazen op zaterdag. Deze maatstaf geldt voor gezonde mannen en vrouwen, waarbij vrouwen wordt aangeraden iets minder te drinken, zeker als ze slank zijn.

Kortom: wijn mag, met mate, zodat de dokters en patiënten bezuiden en benoorden de rivieren min of meer tevreden kunnen zijn.

Wat is voedselovergevoeligheid voor sulfiet?

In onze voeding zitten allerlei verschillende stoffen; eiwitten als bouwstenen voor onze spieren, koolhydraten en vetten als energiebron enz. Een heel klein deel van deze stoffen kan een overgevoeligheidsreactie oproepen. Dergelijke stoffen worden allergenen genoemd.

Vaak worden kunstmatig geproduceerde toevoegingen ervan verdacht overgevoeligheid te veroorzaken. Dit is echter zelden het geval. Mensen zijn vaker gevoelig voor diverse natuurlijke stoffen zoals melk(-eiwit), eieren, noten, gluten en bepaalde soorten fruit.

Het conserveermiddel sulfiet is ook een bekende allergeen. Sulfiet wordt in verschillende producten gebruikt tot voorkoming van bederf. Sulfiet wordt gebruikt bij het maken van wijn.

Werking van sulfiet/zwavel:
De term sulfiet is eigenlijk een verzamelnaam voor verschillende stoffen. Sulfiet wordt toegevoegd als zwaveldioxide of bijvoorbeeld als natriumbisulfiet. Sulfiet wordt aan wijn toegevoegd, zodat de wijn niet bederft. Sulfiet beschermt de wijn ook tegen de invloed van zuurstof, waardoor oxidatie niet optreedt. De uitgroei van melkzuur- en azijnzuurbacteriën wordt ook met sulfiet voorkomen. Micro-organismen groeien graag op de aanwezige (druiven)suikers in de wijn. Hoe meer suikers in de wijn aanwezig zijn, hoe meer sulfiet in de regel moet worden toegevoegd.

Toevoeging van sulfiet:
Bij wet is geregeld welke toevoegingen zijn toegelaten om gebruikt te worden in wijn. In Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt is verder vastgelegd wat de maximale doses zijn, die mogen worden toegevoegd. De regel is: max. 160 mg/l voor rode wijn en 210 mg/l voor witte wijn. Voor enkele zoete wijnen zijn hogere hoeveelheden toegestaan (voor de specifieke maximale gehalte kunt u contact opnemen met het Productschap Wijn of www.wijninfo.nl ).

De producent bepaalt aan de hand van het suikergehalte hoeveel sulfiet noodzakelijk is omdat de voedselveiligheid is gewaarborgd. Uiteraard binnen de wettelijke toegestane norm.

Sulfiet wordt ook gebruikt bij het maken van wijnen van biologische druiven. Het gebruik van sulfiet in biologische wijnen is veelal wel lager.

Etikettering van sulfiet in wijn:
Vanaf 25 november 2005 is het verplicht de aanwezigheid van allergenen in een product te vermelden. De aanwezigheid van sulfiet in wijn wordt als volgt vermeld op het etiket: “Bevat sulfieten” of als “bevat zwaveldioxide”.

Wijnen, die al gebotteld zijn voor 25 november 2005 zijn vrijgesteld van deze verplichte etikettering.

Andere bronnen van informatie
Het voedingscentrum heeft diverse uitgave op het gebied van voedselovergevoeligheid en allergie. Zo wordt bijvoorbeeld het voedseldagboek uitgegeven. Deze uitgave kan gebruikt worden om in overleg met arts en/of diëtist een mogelijke relatie tussen overgevoeligheidsklachten en datgene wat gegeten en gedronken is op te sporen.

Neemt u ook een kijk op: www.voedingscentrum.nl als u informatie zoekt over andere allergenen.

Wat is vruchtenwijn?

Vruchtenwijn is de alcoholische drank die wordt verkregen na het vergisten van sap van een vrucht anders dan druiven. Voorbeelden van vruchtenwijn zijn bijvoorbeeld appelwijn, perenwijn of bessenwijn
Productieproces: Vergisting afhankelijk van de gewenste alcoholpercentage varieert de vergistingtijd van enkele dagen tot maximaal drie weken. Het product is dan nog troebel en wordt in tanks geklaard, waarbij de grove deeltjes op natuurlijke wijze bezinken. Daarna wordt de vloeistof helder gemaakt. Dit gebeurt door filters( grove en fijne filters). De heldere vruchtenwijn is klaar voor verdere bereiding.
De vruchtenwijn wordt gebotteld en ondergaat nog een behandeling om oxidatie tegen te gaan: bijvoorbeeld pasteurisatie of/en steriel gefiltreerd voordat de wijnen worden gebotteld.
Enkele voorbeelden van vruchtenwijnen
Appelwijn, perenwijn/ cider is een drank die komt van vergiste appels of peren.
Mede of honingwijn is een drank door gisting verkregen uit honing.
Tijdens de gisting wordt de suiker uit de honing omgezet in alcohol en koolzuurgas. De verhouding honing en water is erg belangrijk. Met minder honing maak je een droge mede en met een wat lager alcoholpercentage. Wordt er meer honing gebruikt, dan meer alcohol, maar ook vaak zoeter omdat niet alle suiker wordt omzet in alcohol. Zie boven bij vruchtenwijn.
Alcoholvrije wijnen. Alcoholvrije wijn is geen druivensap, maar een wijn die gemaakt is van gegiste druiven waaraan de alcohol is onttrokken. De techniek om dergelijke wijn te maken is eerst een goede wijn te maken. Een methode is bijvoorbeeld dat er bij lage temperatuur wordt gede-alcoholiseerd. Door de lage temperatuur behoudt de wijn zijn karakter en smaak.
Het wijninformatiecentrum beschikt over een uitgebreide bibliotheek met een groot aantal boeken over het “zelf wijn maken”.

Wat is sake?

Sake, ook vaak Japanse rijstwijn genoemd, is een snel in populariteit winnende drank.
Hoewel we vroeger sake alleen als warme drank geserveerd in kopjes bij de Japanner kenden is hieraan snel een einde gekomen. Warme sake is een simpele rijstwijn, vaak bulksake.

Kwaliteit sake is een product dat in een wijnglas geserveerd wordt. Het heeft een hoge complexiteit en kent veel variëteiten. Meest bekende zijn de trendy sake met bubbels en de speciaal gebrouwen sake. De laatste is een gastronomisch breed inzetbaar product dat bij veel top Franse restaurants de kaart siert en bij de betere wijnhandels op de planken staat.

Wat zijn de valkuilen van kurk?

Kurksmaak is iets dat een klein percentage van de wijnen treft – ongeveer drie procent – en kan zowel in een goedkope, als in een dure fles voorkomen. Kurk in de fles maakt de wijn ondrinkbaar, maar de kurk is niet altijd de schuldige, ook al heeft men dat honderden jaren wel gedacht.

Echte kurksmaak is echter onmiskenbaar: de wijn ruikt muf, chemisch en in de mond geeft hij een scherpe nasmaak. Echte kurkgeur knalt het glas uit en is onmiddellijk te herkennen doordat hij de geurpapillen bijna verstikt.

In de meeste gevallen vind je kurksmaak in de flessen die je thuis drinkt. De leverancier is bijna altijd bereid je een nieuwe fles te geven, mits deze niet half leeggedronken is. Ruik je kurk in de wijn, doe dan onmiddellijk de kurk weer op de fles en ga de volgende dag terug naar de leverancier. Die doet er meestal niet moeilijk over, zelfs als de wijn niet echt kurk heeft. Er zijn meer geurtjes in wijn die zijn aroma’s onverkwikkelijk kunnen maken, maar geen is zo agressief en permanent als die van kurk. Bij twijfel kun je de wijn ook eerst decanteren in een karaf; een aantal vluchtige nare geurtjes verdwijnt dan door het contact met de lucht, maar kurk niet. Blijf je dezelfde geur ruiken, giet hem dan terug in de fles en doe als boven beschreven.

Zorg dat je bij belangrijke gelegenheden altijd van elke fles een reservefles in huis hebt. Je avond is verpest als de wijn niet goed is. Kom je met een heel andere wijn aan, dan past hij wellicht minder goed bij het eten.

Hoe ontstaat de kurksmaak in wijn?
Kurksmaak is afkomstig van een chemische verbinding tussen een schimmel die voor komt in de kurkbast of op de plek waar de wijn wordt gemaakt, en de wijn in de fles. Een wijn kan snel na botteling kurk krijgen, met ouderdom heeft het niets te maken. Kurk wordt dan ook met uiterste zorg gereinigd. Eerst direct na de oogst, dan na de droging en vervolgens nog een keer voor ze op de fles gaan, waarbij ze ook worden gebleekt. De grote vondst van het laatste decennium op dit gebied is echter, dat de schimmel ook in roestvrij stalen vaten kan voorkomen en vooral ook in oudere houten vaten, ja zelfs in verpakkingsmateriaal.

Omdat het onderzoek naar kurk in wijn heeft uitgewezen dat de boosdoener zich zowel op de kurkproducerende bedrijven kan ophouden als bij de wijnmaker, zijn de hygiënische eisen de laatste jaren alleen maar verscherpt. Dit heeft geleid tot een vermindering van bedorven wijnen. Niet alleen is de kwaliteit van de kurkhygiëne vooruit gegaan, ook het onderzoek naar de schroefdop en de kunststof stopper op een fles wijn heeft een enorme stimulans gekregen. De schroefdop wint terrein, ondanks de gevoelsmatige afkeer ervan bij vele wijnliefhebbers.

Door de mogelijke aanwezigheid van de schimmel in vaten, blijft hygiëne in de wijnkelder echter prioriteit nummer één, omdat ook een fles wijn met een schroefdop of een kunststof stopper ‘’kurk’’ kan hebben, al is de kans kleiner.

Wat drink ik bij het eten?

Wij drinken tegenwoordig meer wijn bij het eten, heel veel wijnen komen dan het best tot hun recht. Je kunt echter ook behoorlijk de mist in gaan als je een zoete wijn bij gekookte vis, een rode wijn bij een heel licht gepocheerd stukje vlees of een witte wijn bij biefstuk eet. Dat heeft niets te maken met smaak, maar met de chemie in je mond als je een hapje en een slokje neemt. Er zijn regels vast te leggen voor bepaalde ideale combinaties of rampzalige scenario’s, los van persoonlijke smaak. Immers, bepaalde smaken in eten en wijn botsen.

Theorie en praktijk:
Als het om keuzes gaat, scheidt Nederland zich graag in tenminste twee groepen. De ene groep probeert lijn te brengen in het uiterst complexe gebeuren van wijn-spijs combinaties door uiterst nauwkeurig te werk gaan op zoek naar de ideale combinatie. De andere groep werkt zich al proevend, maar met minder theoretische bagage, door de materie heen.

De theoretici stellen hoge eisen aan de combinatie tussen een gerecht en de wijn. Door veel proeven, door het scheikundig analyseren van de structuur van gerechten en wijn, komen zij tot vaak heel bijzondere combinaties die inderdaad erg spannend en vernieuwend zijn. Maar voor het eten van alledag is dat hoog gegrepen. Laat je in een restaurant eens door zo’n uitgekiende combinatie verrassen, maar houd het thuis wat eenvoudiger.

De praktijk van het dagelijks leven vraagt om snellere beslissingen en staat op de keper beschouwd ver af van de sublieme combinaties. Toch is het heel bevredigend om thuis ook eens te leren het effect van verschillende wijnen op een bepaald gerecht uit te proberen. Maak je eigen wijnproeverij door eens drie wijnen te kopen en die bij verschillende gerechten te proeven. Vooral als je gasten hebt, zul je merken dat al pratend, etend en drinkend een aantal meningen naar voren komen. Meestal komt daar dan een consensus uit te voorschijn, waarbij elke wijn op zijn plaats valt bij het voor hem meest geschikte gerecht. Maak eventueel wat aantekeningen in een proefboekje en creëer je eigen smaakvoorkeuren en favoriete wijn-spijs combinaties.

Tips?
Ja, rode wijn bij vlees een witte bij vis is nog steeds de hoofdregel. Afhankelijk van de bereiding van je vlees of vis kun je eens spelen met fruitig rood bij vis en stevig wit bij (licht) vlees. Al doende leer je. Wees niet bang om er eens naast te zitten, er volgen nog duizenden dagen waarop je je kunt revancheren. Houd desnoods een notitieboekje bij waarin je de ups en downs opschrijft.
Combineer eenvoudige gerechten met een eenvoudige wijn en koop voor complexe gerechten een complexe wijn. Sappige, soepele rode wijnen passen bij meer gerechten dan tanninerijke. Soepele rode wijnen zijn bijvoorbeeld jonge rode wijnen van de merlotdruif uit warmere landen dan Frankrijk, de gamaydruif (Beaujolais, Touraine), of de pinot noirdruif uit de Elzas of Duitsland –waar hij Spätburgunder heet.
Koop een smaakrijke wijn als je pittig eet. Toevoegingen als spekjes, kruiden (rozemarijn, oregano, knoflook en dergelijke) en bakken in boter of olijfolie maken het vlees of de vis krachtiger van smaak. Een lichte wijn proef je dan niet meer en dat is zonde. Stevig gekruid en gebakken vlees of een pittige vegetarische maaltijd vragen dus om een wijn die tenminste evenveel smaak heeft als het gerecht. Hetzelfde vlees, dezelfde vis in een lichte gekruide, gepocheerde of roergebakken versie houdt meer van een licht rode of witte wijn.
Lees het rugetiket op de fles voor je hem koopt – het zit tegenwoordig op bijna iedere fles en geeft vaak nuttige informatie.
Drink eenvoudige witte en rode wijnen altijd jong, maar niet ijskoud of te warm. Eenvoudige rode wijnen smaken het best op zo´n veertien tot zestien graden, niet te warm dus, witte wijnen op een graad of acht.
Wees voorzichtig met specerijen als kerrie en cayenne, sambal en paprika. Zij kunnen de smaak van wijn ´van tafel vegen´ door hun overheersende smaak. Werk je daar graag mee, houd het dan bij heel fruitige rode wijnen of lichtzoete, smaakrijke/aromatische witte wijnen zoals een Gewürztraminer of Pinot Gris uit de Elzas of een lichtzoete Riesling van de Moezel. Een lekker glas bier is wellicht een groter succes.
Wees voorzichtig met het populaire verse kruid koriander: het overheerst al gauw het gerecht. Eet een vet en/of koolhydratenrijk gerecht bij tanninerijke wijnen, zoals bijvoorbeeld die uit vele delen van Italië, gemaakt van de wat stroeve sangiovese druif, of een wijn met veel stevige cabernet sauvignon.
Vet en meelspijs (of bonen) doen wonderen met tannine – ze maken hem soepel en smaakrijker. Pasta´s met lekkere sauzen, stoofpotten, rijke maaltijdsoepen of hartige taarten zijn prima ´vangnetten´ voor dit type wijnen, die door het eten veel lekkerder en opener van smaak worden. Drink bij wit- en roodbacteriekazen eens witte wijn in plaats van rode. Tannines in rode wijnen botsen enorm met de vetten van deze kazen en maken de smaak daardoor gauw bitter. Zout is de katalysator tussen vet en tannine, dus drink die mooie Bordeaux liever bij een rijpe, harde kaas uit Nederland, Spanje, Frankrijk of Italië. Klassieke combinaties zijn Sancerre met (jonge) geitenkaasjes en blauwe kaas met liquoreuze wijnen zoals Sauternes, Monbazillac of Auslese. Ook vintage port met blauwe kaas, vooral Stilton, is een mooie combinatie. Jonge rode wijnen van saprijke druivenrassen kunnen wel bij een aantal roodbacteriekazen (bijvoorbeeld wijnen van de pinot noir/spätburgunder en de gamaydruif), maar worden door belegen, harde kazen overvleugeld.

Welke wijnglazen kan ik het beste kopen?

Waar kijkt u naar als u een glas koopt? Naar de vorm? Naar de prijs? De verpakking? Voor sommige mensen is het uitzoeken van drinkglazen een kwestie van gevoel. De vorm van het glas moet aanspreken. Of het functioneel is, komt dan niet aan de orde.

Lange geschiedenis:
Glas heeft een hele lange geschiedenis. Uit opgravingen is gebleken dat het al zo'n 1500 jaar voor Christus door de Egyptenaren werd vervaardigd. De glasblaaskunst bestond toen nog niet. Die werd veel later, zo rond onze jaartelling, uitgevonden. De ondergang van het Romeinse Rijk en de Volksverhuizing zijn er de oorzaak van geweest dat veel van de glastraditie weer verloren ging. Dat wil zeggen, in ons deel van de wereld. Want de glastraditie werd wel bewaard in het nabije Oosten, waar een luxe-industrie ontstond. Men specialiseerde zich vooral in het vervaardigen van het met email en goud beschilderd glas voor de Islamitische vorstenhoven.

Vanaf de elfde eeuw is er een opleving van de glasindustrie in Venetië. Het Venetiaanse glas beheerst tot het eind van de 17e eeuw de markt en in andere Europese landen wordt het Venetiaanse voorbeeld zo goed mogelijk gevolgd. In Nederland en Noord-Frankrijk zijn, rond het jaar 1600, bijna alle glasmanufacturen in handen van de broers Henri en Léonard Bonhomme, beroemd om de hoge kwaliteit van hun producten. In Duitsland ontwikkelde men het beschilderen van drinkglazen met email. Uit Engeland komt een nieuwe versieringstechniek: graveren met een diamant. Maar uit Engeland en Bohemen komt nog iets anders. Een nieuwe glassoort: kristal, dat een hogere helderheidsgraad heeft en zich daarbij uitstekend leent voor de vele versieringen die in de 17e en 18e eeuw in de wereld van het glas het modebeeld bepalen. In de 20e eeuw worden er glazen ontwikkeld die qua vorm vooral op de functie van het glas zijn afgestemd. In Nederland is het De Glasfabriek in Leerdam die baanbrekend werk verricht en bekendheid krijgt, tot ver over de grenzen. A.D. Copier ontwerpt in 1930 het Gilde-drink-servies. Nu, 68 jaar later, is het Gilde-glas, in al zijn eenvoud en zuiverheid van lijn, nog steeds het meest verkochte glas.

Wijn moet uit het juiste glas gedronken worden, omdat zelfs een goede wijn, in het verkeerde glas geschonken, reukloos en smaakloos wordt. En om die geur en smaak gaat het uiteindelijk allemaal. Natuurlijk komen daar nog een aantal punten bij, zoals de temperatuur van de wijn, de helderheid van het glas en niet te vergeten de hoeveelheid wijn in het glas. Wat de temperatuur betreft, kan in het algemeen vastgesteld worden dat witte wijn iets gekoeld gedronken wordt (± 10°C) en rode wijn op kamertemperatuur (variërend van 16 tot 20°C). Dat houdt in dat witte wijn nooit ijskoud mag zijn en nog minder dat er ijsblokjes in mogen om ongekoelde wijn snel op temperatuur te brengen. Er zijn overigens rode wijnen die evenals rosé, licht gekoeld gedronken dienen te worden (bijvoorbeeld Beaujolais-wijnen). Het oog wil echter ook wat, dus moet het glas helder en vooral neutraal van kleur zijn. De kleur van de wijn moet goed bekeken en beoordeeld kunnen worden, want deze openbaart veel over het type wijn dat u drinkt, zoals bijvoorbeeld zijn samenstelling, herkomst en leeftijd. De hoeveelheid wijn in het glas is ook belangrijk. Om het bouquet (de geur) van de wijn los te maken, moet de wijn even in het glas rondgedraaid worden. Dat heet walsen. Krijgt u nu een glas voorgezet dat tot de rand toe gevuld is, dan kunt u de wijn met geen mogelijkheid laten walsen. Het resultaat is dat de wijn zijn geur vasthoudt en u een belangrijk onderdeel van het wijngenieten mist.

Functioneel glas:
Een functioneel glas is aan de onderkant van de kelk voldoende breed om de wijn in de gelegenheid te stellen zijn bouquet te ontvouwen. De rand van het glas mag daarentegen niet zo wijd zijn dat de geur onmiddelijk weer vervliegt. Een iets taps toelopende bovenkant draagt ertoe bij dat u lang van de heerlijke geur kunt genieten en dat verhoogt de smaak van de wijn. Bovendien moet het glas goed hanteerbaar zijn en dat betekent dat de steel lang moet zijn. Een wijnglas wordt overigens uitsluitend aan de steel of aan de voet vastgehouden, nooit aan de kelk. Er moeten namelijk geen vingerafdrukken op het glas verschijnen en het is niet uitgesloten dat u uw hand ruikt (zeep, sigaretten, handcrème) in plaats van de wijn.

Glazen voor speciale drankjes:
- De vorm van het cognac-glas is zo verweven met de functionaliteit ervan, dat niemand daar meer bij stilstaat. Door de korte steel en de brede onderkant past het glas precies in de handpalm. Cognac vereist dat u het glas iets verwarmt met de hand, zodat het prachtige aroma los kan komen, terwijl u de drank in het glas rond laat draaien. In Engeland wordt zo'n glas ook wel "snifter" genoemd (een glas om aan te snuiven dus). De zeer taps toelopende bovenkant van het glas zorgt ervoor dat de heerlijke geur niet vervliegt.
- Het port-glas is meestal een gewoon, klein wijnglas. Vooral rode port heeft dikwijls een bijzonder aangenaam bouquet en verdient een glas waarin dit tot zijn recht komt. Omdat een versterkte wijn zoveel zwaarder is dan een gewone wijn, drinkt u er veel minder van en hoeft het glas niet zo groot te zijn, terwijl het niet speciaal taps hoeft toe te lopen. Rode port wordt overigens meestal ná de maaltijd gedronken. Zoet vóór de maaltijd vermindert niet alleen de eetlust, maar laat zoet in de mond achter, waardoor de smaak van de gerechten en de wijn die op het aperitief volgen, beïnvloed wordt.
- Een sherry-glas is in zijn geheel kleiner, maar naar verhouding hoger en smaller dan een wijnglas. Een droge sherry zoals een mooie Fino of Manzanilla, is delicaat en heeft een verfijnde geur. Eigenschappen die hoge eisen aan het glas stellen.
- Bij mousserende wijnen zoals Champagne, Cava, Spumante of Sekt heeft in principe de keuze uit twee heel verschillende glazen: de flûte en de coupe. De gracieuze flûte is feestelijk om te zien en heeft de eigenschap de delicate geur van de wijn goed vast te houden, terwijl de wijn lang blijft mousseren. De coupe is meer aan te bevelen voor mooi gekleurde cocktails. Toch wordt hij nog veel voor mousserende wijnen gebruikt. Serieuze wijnliefhebbers vinden de coupe voor mousserende wijnen echter volstrekt ongeschikt.

Wat voor glas voor welke wijn?

Wijnglazen:
Goede wijn behoeft een krans. En een kans om zich optimaal te presenteren. Die kans krijgt hij alleen in een goed glas. Voor de aanschaf van een goed wijnglas geldt daarom maar één criterium: functionaliteit.

Natuurlijk komen daar nog een aantal punten bij, zoals de temperatuur van de wijn, de helderheid van het glas en niet te vergeten de hoeveelheid wijn in het glas. Het oog wil echter ook wat, dus moet het glas helder en vooral neutraal van kleur zijn, zodat de kleur en helderheid van wijn goed beoordeeld kunnen worden. leeftijd.

De hoeveelheid wijn in het glas is ook belangrijk. Om het bouquet (de geur) van de wijn los te maken, moet de wijn even in het glas rondgedraaid worden. Dat heet walsen.

Functioneel:
Een functioneel glas is aan de onderkant van de kelk voldoende breed om de wijn in de gelegenheid te stellen zijn bouquet te ontvouwen. De rand van het glas mag daarentegen niet zo wijd zijn dat de geur onmiddelijk weer vervliegt. Een iets taps toelopende bovenkant draagt ertoe bij dat u lang van de geur kunt genieten . Bovendien moet het glas goed hanteerbaar zijn en dat betekent dat de steel lang moet zijn. Een wijnglas wordt overigens uitsluitend aan de steel vastgehouden, nooit aan de kelk.

Serieus glaswerk, dus toch?
Ja, als je wijn zijn uiteindelijke ontplooiing wilt geven, dan verdient hij een goed glas. Een wijn wil, figuurlijk gezien, even de benen strekken, en dat kan niet in een overvolle vingerhoed. De wijn heeft lucht nodig, ruimte om te ademen. Het gaat steeds beter met het gebruik van ruime wijnglazen, vooral doordat de horeca meer aandacht besteedt aan glaswerk.

In veel gelegenheden en ook bij mensen thuis is het nog steeds heel gewoon om een klein glas helemaal vol te schenken om de klant/gast niet te kort te doen. Een wijnglas moet echter niet meer dan een derde tot half vol zijn en moet dus ruim zijn, wil je een normale hoeveelheid kunnen schenken. De rest van het glas gebruikt de wijn om zijn aroma’s, zijn bouquet te ontplooien. Er komt meer geur vrij dan wanneer je het glas propvol schenkt. Wat je investeert in ruime glazen krijg je van elke wijn, zowel rood als wit, ruimschoots terug in geur en smaak.

Mag wijn in een waterglas?

Een heikele vraag. Net als bij wijn in combinatie met eten, zijn er voor het wijnglas ook bepaalde richtingen en….regels.

Hoe zit het met het waterglas?
Eenvoudige wijn in een simpel waterglas is een prima oplossing voor ongecompliceerd drinken, buiten, bij de barbecue, als je uit varen gaat. Deze glazen zijn niet stuk te krijgen en kunnen gemakkelijk in de picknickmand. Daar houdt echter het gebruik van een water/wijnglas op. Een beetje wijn verdient een echt wijnglas. Zelfs de picknickwijn zou nog iets beter kunnen worden in een wijnglas, maar in die situatie ben je niet actief bezig met de analyse van wijn maar met gezelligheid en daarom is een echt wijnglas niet noodzakelijk en vaak onpraktisch.

Serieus glaswerk, dus toch?
Ja, als je wijn zijn uiteindelijke ontplooiing wilt geven, dan verdient hij een goed glas. Een wijn wil, figuurlijk gezien, even de benen strekken, en dat kan niet in een overvolle vingerhoed. De wijn heeft lucht nodig, ruimte om te ademen. Het gaat steeds beter met het gebruik van ruime wijnglazen, vooral doordat de horeca meer aandacht besteedt aan glaswerk.

Het meest bekend zijn waarschijnlijk de beroemde Gilde glazen van Leerdam, een ontwerp uit de jaren dertig van de vorige eeuw dat nog steeds een strakke uitstraling heeft. Leerdam heeft in 2000 een nieuwe serie op de markt gebracht, die in glas en in kristal verkrijgbaar is, ook erg goede, doordachte glazen. In veel gelegenheden en ook bij mensen thuis is het nog steeds heel gewoon om een klein glas helemaal vol te schenken om de klant/gast niet te kort te doen. Een wijnglas moet echter niet meer dan een derde tot half vol zijn en moet dus ruim zijn, wil je een normale hoeveelheid kunnen schenken (circa 1,3 deciliter). De rest van het glas gebruikt de wijn om zijn aroma’s, zijn bouquet te ontplooien. Er komt meer geur vrij dan wanneer je het glas propvol schenkt. Wat je investeert in ruime glazen krijg je van elke wijn, zowel rood als wit, ruimschoots terug in geur en smaak.

Hoeveel glazen moet je kopen?
Uitgaande van twee personen zou je van vier soorten glazen elk vier kunnen kopen: een ruime maat voor rood, een iets kleinere maat voor wit, een flûte of tulpglas voor mousserende wijn of champagne en een goed glas voor een aperitief. Het beste is een klein tulpje – dat loopt smal toe naar boven en heeft onderin een bolling – voor port en sherry. Behalve Leerdam maakt Spiegelau mooie glazen in half kristal die in menig toprestaurant staan.

Voor de echte precieze drinker zijn er glazen van het merk Riedel, de Rolls Royce onder de glasserviezen. Riedel staat bekend om zijn enorme collectie glazen voor bijna elk type wijn, zelfs voor een jonge en een oude versie van dezelfde wijnen, zoals Riesling, Port en Sauternes, maar er is ook een apart glas voor wijnen als Barolo en Chianti. Voor deze series moet je niet alleen een ruime beurs hebben, maar ook een aparte kamer voor je glaswerk.

Voor elk wijnglas geldt echter toch het basisprincipe: het moet ruim en helder zijn, niet gedecoreerd, omdat je dan de kleur van de wijn goed kunt zien en niet wordt afgeleid door tierelantijnen.

Een wijnglas staat allereerst in dienst van de wijn, dan pas van de drinker, die daardoor meer plezier van zijn wijn heeft. Als je toch wat glaswerk koopt, koop dan ook een karaf. Jonge wijn wil nog wel eens stroef zijn door zijn tannines en kan enorm opknappen door een kort contact met zuurstof, wat gebeurt als je de fles overgiet in een karaf.

Is er een wijnetiquette?

1. Goed bericht: slurpen mag als je wijn proeft. Minder goed bericht: dat mogen alleen beroepsproevers. Die moeten wel slurpen omdat ze de wijn dan goed door hun mondholte kunnen laten rollen. Alleen dan kunnen ze goed proeven.
2. Pak je glas altijd bij de steel vast. Anders wordt de inhoud van je glas veel te warm. Bovendien kun je dan je glas goed tegen het licht houden en kijken naar de kleur van de wijn. Natuurlijk niet om te kijken of er witte of rode wijn in je glas zit, want dat zie je zo wel. Maar je moet voortaan maar eens opletten hoeveel verschillende kleuren rood er bestaan. Sommige wijnen zijn dieprood (purper) en andere zijn heel licht en doorschijnend.
3. Begin nooit met drinken als de anderen nog niet van hun wijn gedronken hebben. Het is gangbaar om eerst met zijn allen te toasten en daarna pas een slok te nemen.
4. Veeg bij het eten voor iedere slok je mond af met een servet. Anders komen er alleen maar vetvlekken op je glas en dat staat zo slordig.
5. Wijn is geen limonade. Zet daarom je glas na iedere slok weer even neer.

Deze regels zijn natuurlijk niet verplicht. Maar als je je eraan houdt, zullen veel mensen denken dat je een wijnkenner bent

Hoe kan ik een wijnvoorraad aanleggen?

Misschien krijgt wijn je uiteindelijk in zijn greep. Wie een beetje een eekhoorninstinct heeft, zal toch ooit een kleine voorraad wijn willen verzamelen, zodat hij niet voor elke gebeurtenis naar de winkel hoeft te lopen, maar ook eens in zijn privé-voorraad kan duiken.

Kelderperikelen:
Onze huizen zijn niet meer zo ingesteld op bewaardriften, dus moet een wijnkelder of -opslag meestal kunstmatig worden aangelegd. Waar je je wijn ook neerlegt, zorg dat de temperatuur niet te snel wisselt en dat deze bij voorkeur nooit boven de vijfentwintig graden en onder de zes graden komt. Laat het er donker zijn, niet te droog en trillingsvrij, geurloos ook. Want wijnen die worden weggelegd om over vijf of tien jaar te worden gedronken, kunnen een permanente geur van bijvoorbeeld petroleum of benzine opnemen door de kurk, die zorgt voor een microscopische wisselwerking tussen buitenlucht en wijn.

Heb je geld en de ruimte, dan is een wijnbewaarkast de snelste en makkelijkste aanschaf. Ze zijn er in heel chique modellen met een capaciteit van maximaal tweehonderd flessen. Een goedkoper alternatief is een kleine ruimte isoleren en er een koelaggregaat in laten monteren. Deze verbruiken weinig stroom en in een kleine ruimte kun je veel kwijt. Kruipruimtes zijn ook geschikt, mits de vochtigheidsgraad niet boven de 90 % ligt, dan gaan de etiketten los zitten (je kunt dat overigens verhelpen door elke fles in plasticfolie in te pakken). Zijn deze mogelijkheden niet realiseerbaar, dan kun je soms wijnen opslaan bij het bedrijf waar je ze koopt.

Een wijnvoorraad:
Voor de opbouw van een wijnvoorraad is tijd, interesse en geld nodig. De eerste jaren moet je naast je lange termijn kelder ook wijnen blijven kopen voor het dagelijks gebruik, want het is zonde om wijnen die zich nog op fles ontwikkelen te vroeg te drinken – hoewel te laat erger is. Natuurlijk is je voorraad afhankelijk van je ruimte. Je kunt je kelder aanpassen aan je privé-smaak, maar denk ook eens aan je gasten en bouw een mooi tableau op. In een complete kelder ligt altijd een goede portie gesorteerd rood uit diverse landen, iets minder wit met hout- of foederrijping (zoals de betere Duitse en Oostenrijkse witte wijnen), een aantal flessen mousserende wijn en/of champagne, een paar mooi jaargangen vintage port, droge kwaliteitsmadera (sercial en verdelho, voor de liefhebber van zoet ook malmsey) en sherry (bijvoorbeeld amontillado en oloroso). Leg van kwetsbare wijnen zoals frisse witte wijnen en rosé’s, nooit meer op dan je in een jaar kunt drinken. Ook champagnes kunnen soms te lang in een kelder liggen door hun aura van ultieme feestwijn - waardoor hun sprankeling verdwijnt en het feest geen feest meer is. Alleen millésimes of jaargangchampagnes kunnen jaren liggen, waarbij ze alleen maar mooier worden, maar anders dan gewone champagnes.

Waar koop ik bewaarwijnen?
Bewaar- of oplegwijnen koop je bij voorkeur bij bedrijven waar proeverijen worden georganiseerd, zodat je kunt proeven voor je gaat kopen. Voor proeverijen kun je je opgeven en deze zijn meestal kosteloos of voor een niet te groot bedrag te bezoeken. Je leert het meeste door wijn te proeven, erover te praten en advies te vragen. Proeverijen zijn niet eng en je hóeft niets te zeggen, je kunt bijvoorbeeld eerst alleen maar luisteren en voor jezelf wat opschrijven. Niemand kijkt op van een stille proever. Bovendien: andermans mening is ook relatief. Denk nooit dat je niet kunt proeven omdat je het nog nooit hebt gedaan. Als je aandacht en concentratie kunt opbrengen en er plezier in hebt, ontwikkel je snel genoeg je eigen smaak. Een beetje lezen over wijn kan geen kwaad. Er zijn verschillende goede wijntijdschriften in Nederland, met goede informatie over wijn wereldwijd en apart katernen met proefnotities.

Sinds een aantal jaren kun je je wijnkennis ook vergroten via internet zoals bijvoorbeeld hier op onze site. Ook toonaangevende buitenlandse wijntijdschriften zoals de Decanter of Winespectator hebben sites met artikelen over wijn. Het schematische overzicht elders in dit blad geeft je meer informatie over bewaarwijnen.

Heeft u tips voor een wijncollectie thuis?

Voorraad afstemmen op behoefte:
Bij het opbouwen van een wijncollectie is het van belang om de aankopen af te stemmen op de behoefte en op de verschillende omstandigheden waarbij de wijnen geschonken zullen worden. Uiteraard spelen persoonlijke voorkeur en het te besteden budget ook een minstens even grote rol. Onderstaand een voorbeeld hoe een collectie van 200 wijnen ingevuld zou kunnen worden, met de aantekening dat aantal mogelijkheden uiteraard onbeperkt is.

*** bewaarpotentieel tot 10 jaar
** bewaarpotentieel tot 5 jaar
* jong drinken

Rood:
30 Cabernet/Merlot *** Bordeaux als Médoc, Graves, Saint-Emilion of Pomerol; Cabernets uit Californië en Australië.
20 Mediterraan ** Rhônewijnen; Languedoc en Roussillon; Bandol; Naoussa en Meliton (Griekenland).
20 Italiaans/Spaans/Portugees *** Chianti Riserva ; Brunello; Barolo ; Barbaresco ; Rioja ; Ribera del Duero; Priorat ; Dão ; Bairrada.
20 rood, krachtig ** Pinotage uit Zuid-Afrika; Zinfandel uit Californië; Shiraz uit Australië; Madiran; Malbec uit Argentinië; Postup (Kroatië).
20 rood, fruitig */** Rode Loirewijnen ; Crus du Beaujolais ; Valpolicella ; middenklasse Chili ; Franse cépagewijnen uit Bulgarije.
10 Pinot Noir ** Rode Bourgognes uit Côte de Nuits en Côte de Beaune; Californische Pinot Noirs uit Russian River of Santa Barbara; Spätburgunder Rheingau of Baden.

Wit:
20 wit neutraal * Soave ; Pinot Blanc/Bianco ; Rueda ; Grüner Veltliner ; witte Douro; Muscadet.
15 Chardonnay */** Witte Bourgogne; op hout vergiste Chardonnay.
15 wit aromatisch */** droge Riesling uit Duitsland, Elzas, Wachau; Sauvignon Blanc van de Loire, uit Nieuw-Zeeland of Noord-Italië.

Varia:
10 botrytiswijnen *** Beerenauslese en Trockenbeerenauslese Rieslings uit Duitsland en Welschriesling uit Oostenrijk; Coteaux du Layon ; Sauternes ; Tokaji (Hongarije).
10 versterkt *** Port ; Sherry ; Madeira ; Vin doux naturel ; Vin Santo.
5 mousserende wijnen * Champagne ; Crémant ; Cava.
5 diversen * rosé; wijn uit Nederland!

Liever een kleinere voorraad? Laat dan de 'varia' er af, beperk het aantal wijnen dat wat langer bewaard moet worden en sla per categorie minder flessen in. Probeer wel zo veel mogelijk de variatie te behouden. Liever nog wat meer? Geen probleem. Verhoog dan vooral het aantal flessen dat een poosje bewaren aankan, als ze maar een redelijke kans hebben om op tijd gedronken te worden.

Wat staat er op een wijnetiket?

Sta je ook wel eens te turen naar al die etiketten bij de schappen met wijn? Geen wonder, want ondanks de uitleg die vaak wordt gegeven over de smaak en de soort wijn, is het etiket op de fles zelf vaak nog een raadsel. De taal der etiketten is een van de lastigste onderdelen van wijnkennis en draagt in niet geringe mate bij tot zijn aura van mysterieuze drank. Het gemiddelde etiket heeft voor de niet ingewijde nog het meest weg van een ingewikkelde wiskundige formule met veel x-en. Er heerst in brede kringen van consumenten de mening dat als er maar veel op een etiket staat, de wijn wel goed zal zijn - om nog maar te zwijgen van de aanwezigheid van indrukwekkende plaatjes.

Helaas kunnen we niet zeggen: allemaal onzin, als er maar een naam op de fles staat is het genoeg. Een aantal zaken moet verplicht op een etiket staan. Daarbij hebben sommige landen een wetgeving die verplicht tot het toevoegen van extra gegevens over herkomst en kwaliteit, zoals Duitsland en Oostenrijk. Italië is een struikelblok door de taal, bij Duitsland komt er veel leeswerk aan te pas. Wijnen uit voormalige Oostbloklanden hebben meestal een Engels etiket maar niet altijd, en Griekse wijnen hebben vaak als enige Engelstalige informatie op het etiket de vermelding dat het om een rode of witte tafelwijn gaat - maar dat hadden we nu net ook nog wel zelf kunnen vaststellen. Het enige wijnetiket dat ons soms vertrouwd voorkomt, is dat op wijnen uit Zuid-Afrika, aangezien de tekst daar in het Zuid-Afrikaans op staat, een herkenbaar derivaat van het Oud-Nederlands. Dit gegeven zal hebben bijgedragen tot de grote populariteit van wijnen uit dit land.

Wat moeten we nu echt weten?
Natuurlijk moet er iets op een wijnetiket staan, ook zegt dat nog niets over de smaak. Daarvoor moet je hem onherroepelijk openmaken. Het etiket moet het volgende verplicht vermelden:

GEBIED OF LAND VAN HERKOMST

TRADITIONELE AANDUIDINGEN OF AFKORTINGEN (V.Q.P.R.D., A.O.C., D.O., D.O.C., D.O.C.G.)

NAAM VAN DE BOTTELAAR

INHOUD VAN DE FLES

ALCOHOLGEHALTE

PARTIJNUMMER

Niet verplicht maar wel nagenoeg universeel aanwezig op het etiket - en terecht, want het is heel belangrijk - is een jaartal. Alleen op flessen tafelwijn mag geen jaartal staan, omdat deze wijn een melange kan zijn van soms meerdere jaargangen. Het jaartal op de fles is dat van de oogst, niet dat waarin de wijn op fles is gegaan. Als je die zes elementen op het etiket hebt bestudeerd, dan weet je al een stuk meer, maar helaas zitten er her en der addertjes onder het gras.

Afkortingen voor kwaliteitsaanduidingen.
Frankrijk:
Een AOC aanduiding (appellation d'origine contrôlée, geldt voor Frankrijk en geeft aan dat de wijn uit een specifiek gebied afkomstig is en verder aan andere (hogere) kwaliteitseisen voldoet dan de Europese wetgeving voorschrijft.

Italië, Spanje, Portugal:
Wil je iets van een Italiaans, Spaans of Portugees etiket begrijpen, dan is het nuttig om te weten dat DOC of DOCG (Denominazione di Origine Controllata , Italië), DO ( Denominacion d’Origen/Origem, Spanje, Portugal) hetzelfde betekenen als AOC. Zij vertegenwoordigen ook de hoogste kwaliteit wijn in hun land.

Duitsland:
Om waarschijnlijk dezelfde reden als de Zuid-Afrikaanse wijnen populair zijn ('wyn van oesprong' doet toch gezellig vertrouwd aan immers), hebben de Duitse wijnen het moeilijk. De Duitse wijnwetgeving is heel streng, wat alleen maar goed is, maar dat resulteert in een ware stortvloed van informatie op het etiket. De QbA (Qualitätswein aus bestimmten Anbaugebieten), Spätlese- en Kabinettwijnen maken het ons niet gemakkelijk, en dan is er ook nog het wettige testnummer dat op het etiket verplicht vermeld moet worden, elke wijn wordt in een onafhankelijk staatslaboratorium gekeurd om zo een slechte fles snel te kunnen traceren. Nuttig, maar verwarrend voor de consument. Het Duitse Wijninstituut heeft sinds enkele jaren; een serie wijnen van de belangrijkste druivenrassen gelanceerd met alleen de minimale informatie erop, de 'Classic' serie. De fles is nu zo sober qua etiket, dat er op een pak melk meer informatie staat, maar misschien helpt het de consument om toch eens wat vaker een fles Duitse wijn te proeven.

Bijzondere tafelwijnen:
Een dure Vin de Table, Vino de Mesa of Vino di Tavola (tafelwijn) betekent vaak dat de wijnmaker zich niet wilde neerleggen bij de nationale wetgeving, met name waar het voorgeschreven druivenrassen aangaat. Ondanks dat de wijn een hoog kwaliteitsniveau heeft krijgt de wijn toch de eenvoudige tafelwijnstatus De prijs echter is vergelijkbaar met een DO(CG) of AOC of soms nog hoger. Dat komt doordat de wijn dezelfde strenge behandeling heeft ondergaan als bij de hoogste kwaliteitswijn, maar voor een AOC of DO/DOC(G) afwijkende samenstelling van druivenrassen bevat. Een van de eisen voor wijnen op de hogere niveaus is immers één of meerdere verplicht voorgeschreven druivenrassen rassen. Zo’n selectie van druivenrassen is het resultaat van lange ervaring, die heeft bewezen op een bepaalde grond erg goede wijn te geven. Denk aan de klassieke druivencombinatie cabernet sauvignon, merlot en cabernet franc, met vaak een beetje malbec voor rode Bordeauxwijnen. Een goed voorbeeld voor een afwijking van de DOC-regel is het gebruik van het druivenras cabernet sauvignon in Toscane, klassiek het land van de Italiaanse rassen sangiovese en de trebbiano, niet zozeer van Franse rassen.

Bleef het nu maar bij die verplichte vermeldingen op het wijnetiket, dan was dat al voldoende om ons een tijdje bezig te houden bij de wijnafdeling. Helaas, sommige producenten van vooral eenvoudiger wijnen scheppen er vreugde in de consument te verwarren met schitterende extra namen om de vermeende kwaliteit van hun wijnen op te vijzelen. Leuke plaatjes, stimulerende termen als 'cuvée spéciale', réserve du patron' en andere teksten moeten van een dubbeltje een kwartje maken en dat terwijl het is verboden aanduidingen te gebruiken die aanleiding kunnen geven tot verwarring. Bedenk, een wijn van drie euro blijft drie euro en dat is, gezien de kosten die elke fles wijn belasten (accijns, BTW, fles, kurk, etiket, transport, marge enz.), niet veel. Laat je nooit misleiden door toeters en bellen, want dan is de teleurstelling thuis des te groter. Bedenk dan ook, dat veel van deze kosten voor elke fles hetzelfde zijn en dat elke euro meer die je voor een wijn betaalt alleen in de kwaliteit van de wijn gaat.

Wanneer kan ik een wijn drinken?

Onder de meest gestelde vragen over wijn horen zeker degene die over zijn houdbaarheid gaan. Geen wonder: wij zijn een spaarzaam volk. Kerstflessen worden onder het bed gestopt, wijnerfenissen met een sceptisch oog bekeken en bijzondere aanbiedingen toch nog maar even in de kelderkast gelegd.

Jazeker, sommige wijnen zijn onvergankelijk, maar niet de wijnen die voor de gemiddelde prijs van drie à vier euro worden gekocht, en dat zijn nu juist de wijnen die in de kelderkasten liggen of door een lieve tante aan jou zijn nagelaten. Merkwaardig genoeg gaan de meeste vragen over Beaujolais. Maar ook al is dit in al zijn jeugdigheid vaak een heerlijke wijn, veel wijnen zijn na drie tot vijf jaar niet zo lekker meer. Toch wordt de vraag 'kan ik deze al drinken' met betrekking tot stokoude wijnen die je niet kunt bewaren vaker gesteld dan je voor mogelijk houdt.

Wanneer is een wijn dan drinkbaar?
Om maar gelijk alle illusies over 'mooie wijncollecties' die in diverse Nederlandse huishoudens liggen, aan diggelen te gooien: nu, direct. Bijna negentig procent van alle wijn wordt gemaakt om tussen een en drie jaar na de oogst te worden gedronken. Nagenoeg alles wat je koopt mag direct worden gedronken of ten hoogste een jaartje bewaard. De meeste wijnen worden op de markt gebracht als ze drinkbaar zijn. Drink die Beaujolais als hij nog fruitig is. Laat witte wijnen niet verpieteren tot ze al hun frisheid en levendigheid kwijt zijn. Krijg je een fles champagne, drink hem dan de eerstkomende zondag bij de brunch; die fles champagne is al het feest!

Hoe belangrijk zijn oogstjaren?

Hoe belangrijk is het oogstjaar van een wijn? Het antwoord is: enigszins. Oogstjaren doen er vandaag de dag eigenlijk maar in heel beperkte mate toe. Het hangt er een beetje van af wat je zoekt: drinkbaarheid of bewaarpotentieel. In 9 van de 10 gevallen zal dat het eerste zijn, en daar worden verreweg de meeste wijnen tegenwoordig op gemaakt.

Overal ter wereld, zowel in Europa als daarbuiten in de zogeheten Nieuwe Wereld, zijn er van jaar tot jaar verschillen in klimatologische omstandigheden. Feit is wel dat de grootste schommelingen zich voordoen in Europa. Hierbij moet overigens direct worden aangetekend dat Europa niet hetzelfde is als Bordeaux. Dat gebied haalt weliswaar jaarlijks de media, maar is daarom nog niet maatgevend voor de rest van Frankrijk, laat staan voor de rest van Europa of de wereld.

Oogstboekje van de wijnoogsten t/m 2007
Wijnoogstboekje 2006-2010

Het belang van oogstjaren voor de kwaliteit van wijn is de afgelopen decennia sterk afgenomen door de toegenomen technische kennis en vaardigheden van wijnproducenten. Zelfs in 'moeilijke' jaren kan tegenwoordig nog steeds een kwalitatief goede wijn gemaakt worden door strenge selectie in zowel de wijngaard als de kelder.

Bovendien zijn de technieken van wijnmaken structureel veranderd. Gold vroeger het principe dat goede wijnen alleen die wijnen waren die zich pas na lange tijd ontwikkelden, tegenwoordig worden de meeste wijnen gemaakt op snelle dinkbaarheid. Dit wil overigens allerminst zeggen dat wijnen die snel drinkbaar zijn geen houdbaarheid zouden hebben.

Relatief 'lichte' jaren hebben het vaak voordeel dat de wijnen vroeger op dronk zijn en makkelijker inzetbaar bij gerechten dan wijnen uit zogenaamd 'grote' jaren. En een bewaarwijn is niet per se een toegankelijke drinkwijn.

Heeft u informatie over oogstjaren?

Voor informatie over wijnoogstjaren klikt u op Wijnoogst boekje wijnoogsten t/m 2007
Wijnoogstgegevens wijnoogst 2006-2010

Hoeveel wijn mag ik meenemen van vakantie?

Particulieren mogen per persoon, voor eigen gebruik, 90 liter (120 standaard flessen) meenemen naar Nederland vanuit een ander EU land.
Voor meer informatie zie ook de website van de douane: www.douane.nl

Hoeveel invoerheffing moet ik betalen?

Er is een handige site om de invoerheffingen na te gaan.
http://europa.eu.int/comm/taxation_customs/dds/cgi-bin/tarchap?Lang=NL

Vul bij de tarifcode gewoon de GNcode in en klik dan op invoerheffing.
Probeer het maar eens met bijvoorbeeld 22042194

Wat is het verschil tussen een vinoloog en een oenoloog?

Hoewel de woorden vinoloog en oenoloog veel op elkaar lijken en ze beide van toepassing zijn op ‘wijnmensen’, is er een groot verschil in feitelijke betekenis.

Vinoloog:
Een vinoloog is iemand die met succes examen heeft afgelegd aan de Wijnacademie in Maarn. De officiële benaming is dan ook ‘Vinoloog van de Wijnacademie’. De term ‘vinoloog’ is overigens een typisch Nederlandse. Buitenlandse tegenhangers ervan zijn er niet. Ook heeft de Wijnacademie geen wetenschappelijke status.

De opleiding tot vinoloog is in de eerste plaats bedoeld voor kandidaten die op professioneel vlak met wijn te maken hebben en werkzaam zijn in de wijnhandel of in de horeca. Daarnaast kunnen eventueel ook wijnliefhebbers worden toegelaten. Aangezien de zwaarte van de opleiding en het examen op het op één na hoogste niveau van Nederland ligt (in vakjargon: SWEN 3), moeten kandidaten voor de vinologenopleiding voldoen aan specifieke toelatingseisen.

Tijdens hun studie aan de Wijnacademie maken de cursisten kennis met een veelheid aan onderwerpen waarbij met name het leren proeven en herkennen van wijnen een centrale plaats inneemt. Wie slaagt, beschikt over een gedegen algemene kennis van wat er in de wijnwereld gebeurt, maar is daarom beslist nog niet alwetend. Daarvoor is die wijnwereld te complex en te zeer aan voortdurende verandering onderhevig. Goede vinologen zijn daarom geen betweters maar juist heel bescheiden mensen…

Zie ook de opleiding: Vinoloog van de wijnacademie

Oenoloog:
Een oenoloog is een wijnbouwtechnisch ingenieur, iemand met een diploma behaald aan een instelling voor wetenschappelijk onderwijs. Binnen de oenologie spelen met name de biochemische aspecten van de wijnbereiding een prominente rol. Het is namelijk de taak van een oenoloog om producenten te adviseren wat ze wel en niet moeten doen om een bepaalde smaakstijl te creëren en hoe eventueel noodzakelijke correcties door te voeren tijdens het wijnbereidingsproces.

Aan Nederlandse universiteiten wordt het vak oenologie niet gedoceerd. Hiervoor moet je terecht in echte wijnbouwlanden. Universiteiten met gerenommeerde wijnbouwfaculteiten in Frankrijk zijn Bordeaux, Dijon en Montpellier, terwijl Duitsland een internationaal bekend instituut heeft in Geisenheim (Rheingau). Behalve met opleiding houden deze instellingen zich ook bezig met onderzoek. Grote namen buiten Europa zijn o.a. die van de University of California in Davis (meestal afgekort tot UC Davis), het Australische Roseworthy Collge en Elsenbug/Nietvoorbij in Zuid-Afrika.

Master of Wine (MW) en Magister Vini (MV):
Wie het Engelse MW of het Nederlandse MV achter zijn of haar naam mag zetten, weet echt iets van wijn af. Het staat namelijk voor het allerhoogste niveau van wijnkennis. Het aantal mensen dat zo’n titel mag dragen is dan ook maar klein.

Master of Wine is een oorspronkelijk louter Engelse, maar tegenwoordig ook voor buitenlanders bereikbare titel. Wie deze prestigieuze titel wil behalen, moet over een fenomenale kennis van wijn beschikken, zowel in de breedte als in de diepte, zowel theoretische als praktisch, en zowel technisch als commercieel. Om nog maar te zwijgen van discipline – het examen is grotendeels gebaseerd op zelfstudie – en van een buitengewone proefvaardigheid.

Sinds kort kent Nederland een eigen versie van Master of Wine in de vorm van Magister Vini, meer toegespitst op een specifiek Nederlandse context van de wijnhandel. Verder vertonen de inhoudelijke opzet van deze studie en het bijbehorend examen grote overeenkomsten met het Engelse model. De eerste kandidaat MV slaagde in 2004.

Wat is een sommelier?

Een sommelier is degene die een 'beter' restaurant verantwoordelijk is voor de inkoop en opslag van de wijn. Ook houdt hij of zij zich bezig met het opstellen van de wijnkaart en met het serveren van de wijn aan tafel.

Ten onrechte bestaan er nog altijd misverstanden ten aanzien van sommeliers. Deze misverstanden stammen uit de tijd dat sommeliers strenge, zwartgerokte lieden waren die wel eens wat intimiderend op restaurantbezoekers overkwamen. Dit beeld is inmiddels volledig achterhaald door de werkelijkheid.

Het is tegenwoordig namelijk een vanzelfsprekende taak voor een sommelier om gasten een zo genoeglijk mogelijke maaltijd te bezorgen door de juiste wijnen bij de juiste gerechten te adviseren. Ook hun verschijning is vandaag de dag heel anders, veel minder stijf en afstandelijk dan in het verleden.

Als gast in een restaurant mag je van een sommelier een gedegen advies verwachten, omdat zo iemand zowel de wijnen op de kaart kent als de gerechten die op het menu staan. Het getuigt daarom meer van kennis om aan een sommelier advies of speciale suggesties te vragen, dan zelf op goed geluk wat uit te kiezen. Laat alleen wel weten wat het te besteden budget is.

Dat een sommelier wijnen ontkurkt, eventueel decanteert en inschenkt spreekt vanzelf. Volgens de officiële wijnetiquette is het ook de taak van de sommelier om bestelde flessen wijn voor te proeven. Wie dat dus liever niet zelf doet, of gewoon even aan zijn of haar tafelgenoten wil laten zien hoe het écht hoort, laat dit dus door de sommelier doen. Serieuze sommeliers zullen daar heus geen misbruik van maken!

In Nederland zijn de meeste sommeliers aangesloten bij het Nederlands Gilde van Sommeliers (NGS). Ze zijn herkenbaar aan het eigen insigne van het gilde.
Klantenservice
Winkelwagen
0 artikelen | € 0,00
»
Zoeken
»
Mijn account
»
Bestel via de volgende Excel lijst uw wijnen: Wijnen-bestellijst
betaalmogelijkheden
PayPal
Filter